Kleine winkelcentra verdwijnen door gemeentelijk uitsterfbeleid

De gemeente richt zich voortaan op de versterking van grote winkelgebieden en laat daarom vier kleine winkelcentra in Bouwlust, Kraayenstein, Duindorp en Moerwijk langzaam maar zeker verdwijnen.

Door

Een bescheiden rij winkels aan de Bouwlustlaan vormt de verbindende schakel tussen een aantal flats. Onder meer een sigarenboer, een visboer en een dameskapsalon huizen hier. Wie er de Turkse supermarkt M&R binnenstapt, waant zich vijftien jaar terug in de tijd. Ilhan Baris is de eigenaar van de winkel en heeft zich gespecialiseerd in buitenlandse etenswaren. Klant Senat (‘liever zonder achternaam’) doet hier al jaren zijn boodschappen. Zelf komt hij uit Montenegro. “Hier kan ik de producten halen die ze in mijn geboorteland ook verkopen, dat is erg fijn,” zegt hij.

Het winkelgebied aan de Bouwlustlaan maakt, samen met die in Kraayenstein, aan het Tesselseplein (Duindorp) en op het Heeswijkplein (Moerwijk), niet langer deel uit van de zogenoemde ‘hoofdwinkelstructuur’ van de gemeente. Dat komt neer op uitsterfbeleid, omdat op deze plekken geen nieuwe winkels meer zijn toegestaan en bestaande winkels geen subsidie meer kunnen aanvragen ter versterking van hun retailfunctie.

 

Ik kreeg de laatste tijd al het idee dat de gemeente me in de weg liep
Baris, supermarkteigenaar

 

De gemeente wijzigt de bestemmingsplannen, omdat uit onderzoek van adviesbureau Stec blijkt dat de winkels de afgelopen twintig jaar ‘uitzonderlijk slecht’ hebben gefunctioneerd. Omdat de populariteit van online winkelen blijft groeien en het winkeloppervlak in de steden steeds verder krimpt, adviseert het onderzoeksbureau de gemeente om zich te concentreren op toekomstbestendige, grote winkelgebieden. De onderzoekers wijzen erop dat de de vier retailgebieden te klein zijn geworden, dat er te weinig diversiteit is in het winkelaanbod en dat ze niet meer kunnen concurreren met de omliggende winkelcentra; de Bouwlustlaan wordt zelfs bestempeld als een winkelgebied zonder een ‘volwaardige trekker’.

Nieuwe bestemming

Het nieuwe beleid wekt de verontwaardiging van de winkeliers aan de Bouwlustlaan. De eigenaresse van de dameskapsalon herkent zich niet in het beeld dat het al langere tijd slecht gaat met de bedrijvigheid. En supermarkteigenaar Baris zegt: “Ik kreeg de laatste tijd al het idee dat de gemeente me in de weg liep.” Hij doelt op het verdwijnen van ongeveer twintig parkeerplaatsen tegenover zijn winkel. “Daar zijn nu plantenbakken geplaatst, maar ik weet niet waarom. Sinds het verdwijnen van de parkeerplaatsen merk ik duidelijk dat mijn omzet terugloopt.”

 

Dit voelt als de druppel die de emmer doet overlopen
Baris, supermarkteigenaar

 

Terwijl Baris zijn frustraties deelt, stopt een aantal auto’s midden op de weg. De bestuurders stappen uit om boodschappen te doen in de Turkse supermarkt. “Dit gebeurt er als een winkelgebied wel klanten heeft, maar er geen parkeerplekken zijn. Bij de gemeente nemen ze wel vaker beslissingen voor ons, terwijl ze niet kijken wat wij daarvan vinden.”

Volgens een woordvoerder ziet de gemeente voor zichzelf geen actieve rol weggelegd bij de toekomstige invulling van de winkelgebieden. Ze hoopt dat deze op een organische manier een nieuwe bestemming zullen vinden. Daarbij wordt het Heeswijkplein als voorbeeld aangehaald. Dat was oorspronkelijk bedoeld als winkelgebied, maar vervult inmiddels een belangrijke zorgfunctie. Volgens de gemeentewoordvoerder zorgt de herijking van het beleid ervoor dat er sneller een nieuwe invulling kan worden gevonden. Ook benadrukt zij dat het streven naar ‘minder maar betere winkelgebieden’ al tientallen jaren beleid is. “Dat is goed voor ondernemers en zorgt voor voldoende voorzieningen voor bewoners.”

Druppel

Supermarkteigenaar Baris stelt meerdere pogingen te hebben ondernomen om contact krijgen met de gemeente. Over de plantenbakken, het verzakte voetpad dat hij elke zomer provisorisch herstelt met zand en andere problemen. Het stoort hem dat het winkelgebied nu geen kans meer krijgt om te floreren. “Ik werk inmiddels al vijftien jaar lang gemiddeld 80 uur per week. Eerder heb ik geprobeerd een winkeliersvereniging op te richten, maar dat is helaas niet gelukt; na verloop van tijd kwam er niemand meer opdagen. Dit voelt als de druppel die de emmer doet overlopen.” Hij windt zich er vooral over op dat niemand in het winkelgebied op de hoogte is gesteld van de plannen. “Bij de gemeente doen ze alsof ze dingen met ons overleggen, maar volgens mij doen ze uiteindelijk vooral wat ze zelf willen. Na een tijdje zakt mij dan de moed in de schoenen.”

Standaardportret
Bekijk meer van