KABK schorst twee docenten wegens ongepast gedrag
De Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten heeft woensdag per direct twee docenten geschorst na klachten van vrouwelijke studenten over ‘grensoverschrijdend gedrag’.
De directie greep in nadat op het instagramaccount ‘Call out Dutch art institutions’ berichten verschenen. Hoewel ook andere kunstacademies worden genoemd, gaan veel meldingen over de KABK. Daarin duiken telkens dezelfde twee namen op. De mannen zochten geregeld toenadering tot vrouwelijke studenten, raakten hen aan en maakten seksistische opmerkingen. Ook werden soms studentes uitgenodigd om mee naar het huis van een docent te gaan. Verschillende oud-studentes spreken over een ‘onveilige studieomgeving’. Eén van hen constateert dat er op de KABK een ‘deeply problematic power structure’ is.
In een woensdag uitgeven verklaring stelt KABK-directeur Marieke Schoenmakers dat het ‘besluit is genomen vanuit het uitgangspunt dat de academie een plaats moet zijn voor studenten waar ze zich veilig voelen. Voor ons is dat een topprioriteit. Door deze docenten tijdelijk van hun taken te ontheffen ontstaat rust en ruimte om het eerder aangekondigde onafhankelijk externe onderzoek zorgvuldig uit te kunnen voeren’.
Aanleiding is zaak-Julian A.
Aanleiding voor die onderzoeken is een op 31 oktober in NRC Handelsblad verschenen artikel over de de Haagse kunstenaar Julian A. en diens seksuele wangedrag. Justitie in Amsterdam onderzoekt aantijgingen tegen hem van een aantal vrouwen. Hij zou twintig vrouwen hebben misbruikt.
De later naar Amsterdam verhuisde A. was ooit een van de grote beloften van de KABK, waar hij van 2008 tot 2012 studeerde. Daarom kon hij zich ook vrij veel permitteren. Vechtpartijen, racistische uitlatingen, dronkenschap en drugsgebruik leidden er uiteindelijk ná zijn afstuderen toe, dat hem de toegang tot het gebouw aan de Prinsessegracht werd ontzegd. Maar er was dus meer aan de hand. Daarvan zegt Schoenmakers (in een andere verklaring) ‘enorm geschrokken’ te zijn. De KABK schakelt nu een onafhankelijk bureau in dat gaat onderzoeken ‘of er destijds signalen zijn gemist en of er nu hulp nodig is’. Daarnaast wordt (oud-)studenten en medewerkers die dat willen hulp aangeboden. Of de resultaten van dit onderzoek bekend worden gemaakt, is onduidelijk. Schoenmakers daarover: ‘We zullen discreet, doch transparant omgaan met het onderzoek, de resultaten en de vervolgstappen.’ Stroom Den Haag waar Julian A. in 2014 en 2018 exposeerde, zegt het ‘met de kennis van nu’ te betreuren hem ruimte te hebben geboden. De directeur van Stroom, Arno van Roosmalen, noch Marieke Schoenmakers was bereid Den Haag Centraal persoonlijk te woord te staan.
‘De lastigste student’
Oud-KABK-directeur Jack Verduyn Lunel is wel bereid tot een gesprek. Hij vertelt wat hij zich van de zaak herinnert. In 2008 wordt Julian A. toegelaten tot de academie. De klachten beginnen een jaar later. “Vanaf 2009 tot aan zijn afstuderen was hij een last voor de organisatie. Een van de eerste zaken die ik me herinner, was het ondersmeren van een werkruimte met houtskool inclusief het fotokopieerapparaat. Toen we hem erop aanspraken, zei hij ‘sorry’.” Ook de feestjes in het gebouw, de ‘Funday Mondays’, leidden tot overlast. Verduyn Lunel: “We kregen in die tijd regelmatig klachten van de facilitaire dienst over spontane studentenfeestjes met drank en drugs. De hoofden van de afdelingen heb ik toen bij mij geroepen en ik heb ze erop gewezen dat dit niet is toegestaan. Ook Julian A. was bij dat soort feestjes aanwezig, hij nam vaak ongewenst bezoek mee.”
De vraag rijst waarom Julian A. destijds niet permanent van de academie werd verwijderd. “Dat is niet zo eenvoudig,” zegt Verduyn Lunel. “Volgens de wet mag je iemand één studiejaar schorsen, maar alles is erop gericht om een student te laten afstuderen. Julian is de ergste student die ik in mijn tijd heb meegemaakt. Maar inhoudelijk was hij goed.”
Schorsing en verbod
Wel werd A. tijdens zijn studie voor kortere tijd geschorst omdat hij iemands werk had beschadigd. Na het afstuderen van Julian A. en twee maanden voor zijn pensioen kreeg Verduyn Lunel een brief van een stiefvader van een eindexamenstudent die zich ‘grote zorgen’ maakte over ‘iets dat op de academie speelt’. Ook verzocht de briefschrijver of hij dat telefonisch mocht toelichten. Voor dat gesprek schakelde Verduyn Lunel zijn secretaris in.
Erna, op 30 september 2013, volgde nogmaals een schrijven dat DHC in handen heeft. Daarin rept de stiefvader over een aangifte die niet door de politie in behandeling wordt genomen. Hij zegt daarin: ‘Het is jammer dat dit soort ‘daders’ niet of moeilijk te vangen zijn en dus vaak, en ook in dit geval, ongestoord hun gang kunnen blijven gaan. Slachtoffers vinden het om meerdere redenen vaak moeilijk om de stap naar de politie te maken en/of de directe omgeving, zoals in dit geval de academie, hiervan op de hoogte te brengen. Een aangifte die niet in behandeling genomen gaat worden, maakt die stap er niet makkelijker op.’ Hij sluit af met: ‘Ik heb inmiddels begrepen dat meerdere leerkrachten reeds op de hoogte waren van zijn mishandelingen, poging tot aanranding en ander niet te tolereren gedrag.’
Dan is de maat vol
Op die laatste opmerking slaat Verduyn Lunel aan, maar hij kon ‘moeilijk een paar honderd docenten vragen hun vinger op te steken als ze iets wisten’. De stiefvader gaf uiteindelijk de namen niet door. Wat Julian betreft is de maat voor Verduyn Lunel dan vol. Als A. in 2013, een jaar na zijn afstuderen, in gevecht raakt voor de deur van de academie, wordt hem definitief de toegang ontzegd.
Daarna verhuisde A. naar Amsterdam om artist in residence te worden op de Rijksacademie. Hij kreeg twee keer en beurs. Maar ook daar ging het mis. Verschillende vrouwen deden aangifte tegen hem.
[Een eerdere versie van dit artikel verscheen in DHC (krant) van 5 november]