Jan Zoet (1958-2024) was een bevlogen leider van Amare en de hele kunstwereld  

Rond de bouw van Amare hebben zich veel conflicten voorgedaan, maar als er één man was die iedereen aan tafel wist te houden, was het wel de beminnelijke Amsterdammer Jan Zoet.

Door

Jan Zoet overleed op zaterdag 14 december aan de gevolgen van een hersentumor. Zoet werd in 2020 directeur van het tijdelijke Zuiderstrandtheater. En daarmee werd hij automatisch één van de belangrijkste bouwheren van cultuurgebouw Amare. In april van dit jaar moest hij wegens ziekte zijn functie neerleggen.

Bestuur en directie van Amare reageren verslagen en zeggen in een verklaring ‘intens verdrietig’ te zijn. Men omschrijft Zoet als centrale figuur en ‘bevlogen leider’ in de ‘pioniersjaren’ van de opening van het complex en de coronaperiode, waarna ‘we zagen hoe Amare in volle glorie en dynamiek begon te werken’. Zoet moest opereren in het ingewikkelde krachtenveld tussen gemeente, aannemer en de ‘gebruikers’, Residentie Orkest, NDT en Koninklijk Conservatorium.

Volgens bestuur en directie bouwde Zoet ‘aan een cultuurhuis van de 21ste eeuw, van internationale allure en tegelijkertijd sterk geworteld in de Haagse gemeenschap’. Leidend waren voor hem ‘verwondering, verbeelding en creativiteit’. Hij bedacht onder meer het gastvrije programma ‘Open Amare’, een reeks met gratis toegankelijke optredens en andere activiteiten.

Rijke loopbaan

Zoet kende een rijkgeschakeerde loopbaan in de cultuursector. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw klom hij van speler, producent en dramaturg op tot zakelijk en artistiek leider van gezelschappen en festivals. Met regisseur Johan Simons vormde hij de leiding van Theatergroep Hollandia. In 1998 werd hij directeur van de Rotterdamse Schouwburg. Daar zette hij onder meer het festival De Internationale Keuze op voor experimentele makers. Hij haalde  vernieuwende kunstenaars vroeg naar Rotterdam, zoals Forced Entertainment, Christoph Marthaler, William Forsythe, The Wooster Group en Nature Theater of Oklahoma.

Later stapte hij over naar de Academie voor Theater en Dans, een faculteit van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Daar stimuleerde hij de ontwikkeling van maatschappelijk engagement onder kunstvakstudenten, omdat makers zich volgens hem met hun talent altijd moesten bezighouden met de grote vragen van hun tijd.

Monsterverbond cultuur

In de corona-periode, toen Zoet inmiddels in Den Haag was gearriveerd, richtte hij een monsterverbond op om tot eenheid te komen in de cultuursector. Dat leek door geldgebrek lange tijd onmogelijk, totdat hij het voortouw nam in een grote lobby voor de zwaar getroffen cultuursector. Ondanks langdurige sluitingen, dalende inkomsten en slinkende reserves wist hij met Jeroen Bartelse van TivoliVredenburg veel instellingen, vooral ook de middelgrote, te behoeden voor een faillissement. De lobby resulteerde in substantiële overheidssteun, waardoor geen enkele culturele instelling omviel tijdens de pandemie.

Zoet was ook voorzitter van Kunsten ’92, de belangenorganisatie voor de culturele en creatieve sector. Een wapenfeit was het genereren van politieke, sociale en culturele aandacht voor een eerlijkere betaling (fair pay). Bij zijn afscheid als voorzitter in 2022 werd Zoet voor zijn inzet benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Toenmalig staatssecretaris Gunay Uslu van cultuur prees hem: “Jij ging altijd – gewapend met waardigheid, diplomatie en overtuigingskracht – op zoek naar oplossingen, naar samenwerking, naar geld. Als een echte ridder voor de kunsten heb jij je eindeloos, belangeloos en weergaloos ingezet.”

Jan Zoet laat een vrouw en een zoon achter.

Standaardportret
Bekijk meer van