Veel rijke jonge gezinnen verlaten de stad
In Den Haag vertrekt 27 procent van de jonge gezinnen. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS.
Door Mieke van Dixhoorn
Het aandeel jonge gezinnen dat grote steden verlaat, neemt sinds 2013 toe. Daarvoor zat de woningmarkt vast en waren stellen genoodzaakt om in de stad te blijven. Volgens het CBS vertrekken de meeste nieuwe ouders uit Amsterdam: ‘40 procent is binnen vier jaar na de geboorte van het eerste kind verhuisd naar een andere gemeente, vaak in de buurt van de stad.’ Utrecht verloor één op de drie van de jonge gezinnen, uit Rotterdam vertrok 28 procent en Den Haag moet het doen met 27 procent minder. In de twee jaar voor het eerste kind geboren wordt, zijn de vertrekpercentages ongeveer gelijk. Dat het aantal verhuizers in Amsterdam hoger is, verklaren de onderzoekers deels doordat stellen vaker in een huurwoning zitten en dus ‘mobieler zijn’.
Een makkelijke aanname is dat gezinnen met een minder gevulde portemonnee het meest vertrekken, omdat de huizenprijzen de laatste jaren flink zijn gestegen. Maar volgens het CBS behoren de meeste gezinnen die vertrekken tot de rijkste twintig procent. In Den Haag vertrok sinds 2012 ruim 36 procent van de gezinnen in deze inkomensgroep. Voor gezinnen met een migratieachtergrond geldt het omgekeerde: zij blijven juist vaker in de stad na de geboorte van hun eerste kind.
Koren
Het onderzoek van het CBS is koren op de politieke molen van zowel de Haagse VVD als het CDA. Beide partijen pleiten voor maatregelen om gezinnen in de stad te houden. Daniëlle Koster, CDA-fractievoorzitter, benadrukt dat de partij een ‘gezinsenquête’ start om uit te vinden ‘waarom gezinnen de stad uit gaan en wat hen hier kan houden’. VVD-voorman Frans de Graaf denkt de oplossingen al in pacht te hebben, zoals met een verbod op woningsplitsing en het makkelijker maken om een dakopbouw te plaatsen of woonlagen samen te voegen.
Beeld: pixabay