Column: Inspreken is democratische karaoke
Er ligt een voorstel om het inspreekrecht te beperken tot commissievergaderingen. Dat is geen gek idee, schrijft columnist Christiaan Weijts, mits daar meer burgerparticipatie vóór besluitvorming tegenover staat.
Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, dank voor de gelegenheid om in te spreken. Om nog één keer gebruik te kunnen maken van dit democratische recht – zolang dat nog bestaat. Want het bungelt boven de afgrond. Uw presidium heeft voorgesteld het inspreken te beperken tot commissievergaderingen.
Sommigen doen nu alsof de stad van vrede en recht daarmee afglijdt naar een dictatuur, maar ik kan me in grote lijnen best vinden in de argumenten van het presidium. Er zijn raadsvergaderingen die beginnen met meer dan véértig insprekers. Dat betekent dat we hier meer dan twee uur standpunten aanhoren die grotendeels hetzelfde zijn. Alsof je luistert naar Spotify met één nummer op repeat: ‘Not In My Backyard’. De kans dat een raadslid hierdoor van mening verandert over een agendapunt is even groot als de kans dat je midden op de vloer van het Atrium van dit stadhuis een archeologische vondst doet.
Inspreken is een soort democratische karaoke: je mag meezingen, maar het liedje is al gekozen, de akkoorden liggen al vast. Dat is het manco van politieke debatarena’s in het algemeen. Nooit zal een raads- of Kamerlid tijdens het debatteren met zijn handpalm een klapje tegen zijn voorhoofd geven en zeggen: ‘Verdraaid, zó had ik het nog nooit bekeken! U heeft helemaal gelijk! Ik trek mijn motie in.’
In de praktijk is het politieke debat een vorm van zelfexpressie
Voorzitter, op scholen leren we allemaal debatteren, elkaar uitdagen, ondervragen, andermans standpunten aanvallen. Het doel van die ideeënstrijd, zo is de gedachte, is om samen tot de best overwogen beslissing te komen. In de praktijk is het politieke debat een vorm van zelfexpressie. Politici geven een performance van hun standpunt, bij voorkeur in oneliners met TikTokbare lengte en mogelijkheid om het nieuws te halen.
In theorie ben ik als inspreker een van die krachten die de beslissing kan laten kantelen. In de praktijk speel ik in dit theater ‘de bezorgde burger’, de karakterrol die in het beste geval wat authentieke sjeu geeft aan taaie beleidsstukken, die wat empathie wekt, maar zelden invloed heeft op de grotere plotlijn.
Het voornaamste effect van dit soort inspraak is therapeutisch. Het is gaan lijken op je moeder bellen, alleen om even je hart te luchten. We mogen ons afvragen of deze raadsvergaderingen de juiste instantie zijn voor het verlenen van groepstherapie.
Het punt is alleen dat insprekers dat zien als een degradatie
De gedachte van het presidium dat je bij commissievergaderingen meer invloed hebt, lijkt me een zinnige. Het punt is alleen dat insprekers dat zien als een degradatie. Niet meer tegen de hele raad kunnen zeggen waar het op staat. Wat heeft het voor zin als je niet meer tegen de burgemeester zélf kunt klagen? Dat is toch alsof je van de Grote Zaal van de Koninklijke Schouwburg wordt verbannen naar Zaal 3 achter de energiecentrale.
Maar, net als in het theater, vinden dáár de grootste veranderingen en vernieuwingen plaats. Niet in het volle voetlicht, maar in de rommelige marge. Wie als burger invloed wil hebben, moet lang vóór de première meedenken over het script, en niet pas na de generale repetitie. Dan kun je hooguit nog wat bijzinnetjes herschrijven.
Andere grote steden hebben al een beperkter aantal insprekers, of laten ze alleen op een aantal momenten toe. Het is helemaal niet vreemd om daar wat in te veranderen, maar zet daar, als hoofdstad van de democratie, wel iets anders tegenover: meer burgerparticipatie vooraf.
Voorzitter, ik rond af, want er wachten nog vijftig insprekers. Laten we werk maken van burgerfora waarin de cast een actievere rol speelt dan die van elitefiguranten. Pas dan krijgt het publiek niet alleen een rol, maar ook de regie.
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.