Column: Figuranten op de NAVO-set
De NAVO-top toverde Den Haag om tot een filmset vol zwaailichten, betonnen blokkades en politievoertuigen. Zelden voelde dreiging zo tastbaar, schrijft columnist Christiaan Weijts.
“Zou het nu dan echt begonnen zijn?” Maandagochtend om kwart voor zeven viel bij ons thuis de stroom uit. Al gauw stonden er wat vroege buren, die ook eerst in de meterkast hadden gekeken, in hun ochtendjas in de tuin. De woorden ‘cyberaanval’, ‘Rusland’ en ‘Iran’ vielen.
Vreemd hoe dat werkt. In eerste instantie denk je aan een kapotte gloeilamp, dan aan een doorgeslagen zekering, daarna aan de Derde Wereldoorlog. Maar als je daar over de heg over praat, heeft die wel iets knus.
Bij de P2000-meldingen las ik dat de vijand het voorzien had op een specifiek stukje Bloemenbuurt: ‘P5. Uitval nutsvoorz. (elektriciteit) Akeleistraat.’ Amper had ik de koffie vanaf het gasfornuis opgegoten of alles floepte weer aan. Deze slag hadden we gewonnen.
Toch bleef iets van die dreiging hangen, toen ik door de straten fietste om de afzettingen, voertuigen en militairen te zien. De Kennedylaan was verlaten, bij ‘Checkpoint Statenlaan’ fietste iedereen langzamer om een glimp op te vangen. Bij het stoplicht dezelfde lacherigheid als in de tuin.
In een filmset is de stad ineens niet meer van jou
Op de Javastraat viel me pas op dat het niet alleen autoluw was, maar dat het ook leeg en steriel oogde. Uit de Alexanderstraat kwam een delegatie met motorescorte. Zonder zwaailichten. In de zwarte busjes zaten alleen chauffeurs. Oefenrondje, of gingen ze een delegatie van Schiphol afhalen?
Hoe dan ook voelde dit als een ‘dress rehearsal’. En dat was de bevreemdende sensatie van deze straten: ze waren niet langer van de stad, maar ze waren veranderd in een filmset. Na de oefendelegatie passeerde ik een wagen van het fietsendepot. Dat was het: alle fietsen langs de route waren verwijderd. Zelfs de stickers (tegen de NAVO, tegen fossiele subsidie, vóór Murat’s kapsalon) werden van de lantaarnpalen gekrabd.
In een filmset is de stad ineens niet meer van jou. Dat is irritant, maar het zorgt ook voor, alweer, dat lacherige. Voor een paar dagen waren we in de rol geduwd van figurant.
Bij het Lange Voorhout, naast de Schouwburg, komt een motoragent met een noodgang aanzetten, trapt dan op zijn rem en blaast op zijn fluitje. “Allemaal blijven stilstaan!”, gebood hij, alsof hij de ‘stage manager’ was die via zijn oortje instructies kreeg van een onzichtbare regisseur.
Het is makkelijker bang te zijn voor iets waar je het verkeer voor stillegt, dan voor iets dat overal tegelijk sluimert
“Nou,” zei een vrouw naast mij. “Dan moet er ook wel iets spectaculairs komen.” Twintig seconden lang was er niets te zien. Maar een dame die alleen maar aanstalten maakte om over te steken kreeg een streng fluitsignaal voor die overtreding.
En daar kwamen ze, de wereldleiders. Vanaf het zwaar gebarricadeerde Hotel Des Indes, voorafgegaan door twee motorrijders met blauw zwaailicht, gleden acht zwartgelakte wagens langs. Geblindeerd glas. Op de nummerplaten stonden Belgische vlaggetjes.
“Die maken vast expres wat rondjes.”
“Voelen ze zich ook eens echte filmsterren.”
Weer dat lacherig-saamhorige. Misschien is dat omdat onze eigentijdse dreigingen zo onzichtbaar en abstract zijn: klimaatcatastrofe, cyberaanvallen, kunstmatige intelligentie die ons komt vervangen… Maar dit, dit had contouren. Betonblokken, zwaailichten, uniformen. Politievoertuigen die ik nog nooit eerder had gezien en waarvan ik geen idee had wat ze konden, maar dat ze dat heel slagvaardig konden, was wel duidelijk. Het is makkelijker bang te zijn voor iets waar je het verkeer voor stillegt, dan voor iets dat overal tegelijk sluimert. Dat het gevaar zich eindelijk eens manifesteert, lucht blijkbaar op.
Als u dit leest, is alles als het goed is weer bijna normaal. De koffieapparaten pruttelen weer, geen checkpoints meer, geen fluitsignalen. De eerste stickers en wrakkige fietsen zijn weer verschenen. De oorlog is voorlopig afgewend. De filmset is afgebouwd. Maar toch voelt het alsof de camera nog ergens draait.
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.