Smaakmakers over de formatie: Jack Verduyn Lunel (GroenLinks) (Deel 3)
In de DHC-serie ‘Smaakmakers van de formatie’ becommentariëren insiders van buitenaf de onderhandelingen. Deel 2: een gesprek met Jack Verduyn Lunel, oud-wethouder van GroenLinks. Over onderhandelingsstrategieën, vluchtelingen en bomen.
Tegenwoordig is Jack Verduyn Lunel vooral een gepassioneerde inspreker in de Haagse gemeenteraad. Vaak op het gebied van bomen en cultuur en de laatste jaren over Madurodam. In de jaren 70 en 80 maakte hij zelf de dienst uit als raadslid en als wethouder voor de PPR en Links Den Haag (GroenLinks-voorlopers). “In de oppositie hoor je: ‘kan niet, kan niet, kan niet.’ Dan word je wethouder en mag je het ineens toch doen!”
Ter voorbereiding op het gesprek heeft Jack Verduyn Lunel de verkiezingsprogramma’s van D66, GroenLinks, VVD en Groep de Mos nog eens doorgenomen. Ze zijn een stuk concreter dan vroeger, merkt hij op. “Behalve misschien die van D66. Maar Groep de Mos heeft bij wijze van spreken voor elke losliggende straattegel in de stad een probleemomschrijving. De oplossing die ze helaas vaak voorstellen is: ‘we gaan het oplossen’, zonder precies te zeggen hoe. Maar je kan ze veel punten toezeggen. Neem bijvoorbeeld het voorstel om een onafhankelijke ombudsman aan te stellen voor het bedrijfsleven. Wat is daar tegen?”
Hoeveel procent kans hebben deze vier partijen om eruit te komen?
Jack Verduyn Lunel: “Als ze het echt willen, hebben ze 80 procent kans om eruit te komen. Maar er zijn grote verschillen. Punten waarop de winst van de een echt het verlies van de ander betekent. Zoals verkeer of openbare orde en veiligheid. Als ze zich op die dingen gaan focussen, dan heb je 80 procent kans dat ze het níét eens worden.”
Hoe kijkt u naar de uitslag van de verkiezingen?
“Ik hoor niet bij degenen die verbijsterd zijn over de overwinning van Richard de Mos. Kijk, ik heb me wel over zijn verleden als PVV’er heen moeten zetten. Maar ik hou wel van rechttoe-rechtaanpolitiek bedrijven. Die stijl ligt me. Behalve dat rare standpunt over vluchtelingen en dingen die ermee te maken hebben, vind ik zijn programma ook helemaal niet zo stuitend. Wat De Mos doet is voor een deel populisme, maar daar wil ik het niet mee afdoen. Als je knokt voor hele concrete dingen, ga je zaken bereiken. Met betere dossierkennis dan de jaknikkers in de raad, en een band met de buurt…”
Kan de Haagse politiek dus nog iets leren van De Mos?
“Ja, ja. Al is het jammer dat ik het zo moet zeggen. Ik deed het ook zo, al moest ik er rekening mee houden dat ik niet voor élk belang kon opkomen. Daar heeft hij weinig last van. Maar de manier waarop, staat me wel aan. Ze hebben ook in alle wijken mensen die actief zijn en de wijkproblemen naar de fractie vertalen. Ook kleine fracties kunnen dat dus.”
Voor partijen op de flanken is deze combinatie lastig. Hoe pak je dat aan in de onderhandelingen?
“Je moet zo veel mogelijk concrete dingen met elkaar afspreken, maar je moet ook ruimte geven voor eigenheid. Niet zoals de afgelopen vier jaar. De HSP-wethouder mocht zijn partijprogramma gaan verloochenen en binnen het college móést je het met elkaar eens zijn.”
Ik snap eigenlijk niet waarom iedereen vindt dat we honderdduizend extra inwoners moeten hebben.
Een akkoord op hoofdlijnen dus?
“Punten die partijen concreet kunnen binnenhalen, moeten ook concreet in het programma komen. Heel zakelijk: zoveel bomen per jaar, zoveel woningen isoleren per jaar, zoveel kilometer fietspad per jaar, die en die horecaregel schaffen we af. Maar op punten waar je ideologisch verder van elkaar af ligt, zoals vluchtelingen, kan je het anders doen.”
“Stel dat Groep de Mos vindt dat Den Haag moet stoppen met het opvangen van uitgeprocedeerde asielzoekers. Als ze daarin worden gesteund door de VVD, zou het tot een breuk kunnen leiden. Als het goed is, zeggen GroenLinks en D66 namelijk: dat gaat ons te ver. Maar als alleen Groep de Mos het ermee oneens is, zou je kunnen afspreken dat zij mogen zeggen: ‘Dit is afgesproken in het college, maar wij zijn het er niet mee eens.’ En dat ze ook tegen mogen stemmen. Ruimte dus voor zeer emotionele punten. Dan hoeft een partij niet tegen de eigen overtuiging te handelen.”
Bestaat het gevaar dat GroenLinks in eenzelfde situatie komt als de HSP? Bijvoorbeeld als een GL-wethouder een afgezwakt klimaatakkoord moet uitvoeren?
“Ja. Ik weet niet of GroenLinks voldoende beducht is voor dat gevaar. De tevredenheid over het klimaatakkoord is wel erg groot. Ze moeten zich niet laten afschepen met een onderzoek of een opdracht om concrete plannen te gaan maken voor de verduurzaming. Niet zonder dat ook in het collegeakkoord staat waar die plannen aan moeten voldoen, of dat er een budget bij zit waarmee de wethouder meteen aan de slag kan.”
“Je moet je afvragen of er dingen in het akkoord staan die er zonder jou niet in hadden gestaan. Als GroenLinks straks binnenhaalt dat Den Haag klimaatneutraal is in 2030 en dat als grote overwinning presenteert, houden ze alleen zichzelf voor de gek. De VVD en D66 hebben diezelfde doelstelling onderschreven. Als je alleen maar afspreekt dat we klimaatneutraal worden, dat er een wethouder komt van klimaatneutraliteit en een rits ambtenaren die als milieupolitie aan de slag gaan, heb je niks bereikt.”
Ligt er wat betreft duurzaamheid te veel druk op de schouders van uw partij, in vergelijking met D66?
“Het D66-programma is voor 90 procent de boodschap: ‘wij zijn voor het goede en tegen het slechte’.” Lachend: “Wie is daar nou tegen? De klimaatdiscussie focust nu veel te veel op ‘Verbeter de wereld en begin bij jezelf’. Een Vereniging van Eigenaren doet wat, een buurtvereniging doet wat. Maar de gemeente moet haar rol pakken. Als de straten niet opengebroken worden voor een nieuwe energievoorziening, kom je nooit verder met van het gas af komen. Je zal een gigantisch plan moeten ontwikkelen om de bestaande woningvoorraad van het gas af te helpen. En beter te isoleren. Dat moet dan op een linkse manier, zodat niet alleen de villawijken het zich kunnen veroorloven.”
Moet de wethouder duurzaamheid sowieso GroenLinks zijn?
Jack Verduyn Lunel denkt even goed na, dan: “Nee, een VVD’er is ook een optie. Die zijn altijd bezig met hun eigen succes. In dit geval zou dat gunstig kunnen werken. Zeker als duurzaamheid de enige taak is. Bij D66 ben ik er niet zeker van dat ze daadkracht leveren. Het moet in ieder geval iemand zijn die de lokale situatie goed kent. Een grote naam is niet nodig.”
U komt uit de kunstwereld, als voormalig directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Wat kunnen we verwachten?
“Ik ben positief. Ook de VVD is voor kunst, al gaat het bij hen alleen om economie en toerisme. Maar Groep de Mos wil drie uur kunsteducatie per week in het basisonderwijs. Dat kan moeilijk over toerismebevordering gaan!”
Als GroenLinks binnenhaalt dat Den Haag klimaatneutraal is in 2030 en dat als grote overwinning presenteert, houden ze zichzelf voor de gek.
Hoe vangen we de groei van de stad op?
“Ik snap eigenlijk niet waarom iedereen vindt dat we honderdduizend extra inwoners moeten hebben. Dan gaat de leefbaarheid echt naar de knoppen. Joris Wijsmuller (HSP-wethouder wonen, red.) heeft gezegd dat er hoogbouw mag komen bij de stations. Maar tussen neus en lippen door zegt hij dat hoogbouw hoger dan 50 meter betekent. Als je in de rest van de stad dus tot 50 meter gaat bouwen, dan is dat een kolossale ramp.”
Meer bomen kunnen we als het goed is, alvast bijtekenen, daar is iedereen voor.
“Ja, maar er is te weinig aandacht voor de vraag waar je het dan over hebt. Boudewijn Revis (VVD-wethouder buitenruimte, red.) is voor bomen zoals in nieuwbouwwijken: een tak in de grond en twee palen erbij die ’m overeind houden. Een oude boom kost veel onderhoud. Het scheelt kapitalen om zo’n spriet neer te zetten. Ik denk dat dát véél te veel leidmotief is geweest in het beleid. Maar ik geef toe, het is een hobby van me.”
Is er een alternatief voor deze combinatie?
“Helaas wel: GroenLinks inruilen voor het CDA. Die tekenen mogelijkerwijs blind onder het akkoord van de andere drie partijen. Maar dan ben je weer heel erg afhankelijk van de vraag of Richard de Mos echt al zijn kikkers in de kruiwagen kan houden. Want er mag er dan niet ééntje uit vallen.”