Verdwijnen herten na eeuwen van Koekamp?
Dam- en edelherten zijn niet geschikt om te houden als hobbydier, concluderen wetenschappers. Daarmee lijken de dagen van de Haagse hertenkampen geteld. Al legt de gemeenteraad zich er niet bij neer.
Met kwispelende staart speurt een hertje de grond af van het herteneiland op de Koekamp. Te midden van het stadsgewoel kauwt – of herkauwt – het dier zijn middagkost, ogenschijnlijk onverschillig tegenover de hardlopers en andere voorbijgangers. Sinds de Bourgondische landsheer Filips de Goede ze hier in de vijftiende eeuw losliet, leven er herten op dit omheinde grasland. Het is daarmee de oudste hertenkamp van Nederland.
Maar voor hoelang nog? Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een lijst opgesteld met dieren die zijn toegestaan om te houden als huis- of hobbydier. Het volgt daarmee het advies op van een wetenschappelijke commissie die ruim driehonderd zoogdieren heeft beoordeeld. Op de conceptlijst staan dertig diersoorten, waaronder gedomesticeerde kamelen, lama’s, alpaca’s en waterbuffels. Maar geen herten – behalve de Chinese waterree.
We kunnen ons hier niet zonder slag of stoot bij neerleggen
Dit zou het einde betekenen van de 252 hertenkampen in Nederland, waaronder die op de Koekamp en in het Zuiderpark. De huidige dam- en edelherten mogen weliswaar blijven, maar geen kroost meer krijgen. Zonder aanwas zal de populatie vanzelf uitsterven.
Eeuwenoud hertenkamp
Maar niet als het aan de gemeenteraad ligt. Vorige week nam die met een nipte meerderheid twee moties aan om de Haagse herten te behouden. “We kunnen ons hier niet zonder slag of stoot bij neerleggen,” vindt Hart voor Den Haag-raadslid Coen Bom, een van de indieners. “Voor kinderen is het een prachtige plek om te leren over dieren. Het gaat me ook om historisch besef; dit is een eeuwenoud hertenkamp.”
Het punt, weet hij ook, is dat het niet aan de gemeenteraad is. De dierenlijst is landelijk beleid en het herteneiland op de Koekamp is eigendom van Staatsbosbeheer. De gemeente gaat alleen over de herten in het Zuiderpark. GroenLinks-wethouder Arjen Kapteijns, tot deze week verantwoordelijk voor natuurbeleid, wil zich er niet tegenaan bemoeien. “Er is geen reden voor paniek,” zei hij onlangs in een commissiedebat. “We hebben nog genoeg tijd om een strategie te bedenken als de lijst wordt vastgesteld.”
We controleren dagelijks hoe ze zich voelen en of ze goed eten
De raad denkt hier dus anders over en draagt het college op te lobbyen bij het ministerie en mogelijke oplossingen te bedenken.
Kwalijk, vindt Robin Smit, de nieuwe fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren. “De raad gaat op de stoel van de wetenschap zitten.” Van de buitenkant zijn dieren moeilijk te lezen, benadrukt Smit, die een achtergrond heeft in dierwetenschappen. “Dat er al zo lang herten lopen, praat niet goed dat ze niet hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Het zijn stressgevoelige dieren. Als ze zich onveilig voelen, vluchten ze of verstijven ze van angst. Op een hertenkamp kunnen ze nergens naartoe vluchten.”
Nooit verstoord
Op de 3,8 hectare van de hertenkamp tegenover station Den Haag Centraal leven zo’n dertig dam- en edelherten. “Dat is het aantal waarvan we hebben berekend dat hier kan leven,” vertelt Mark Kras, boswachter bij Staatsbosbeheer. “We controleren dagelijks hoe ze zich voelen en of ze goed eten, ook tijdens evenementen. Ze lijken nooit verstoord door de omgeving. Het terrein biedt beschutting voor de jongen en er zijn zichtlijnbarrières voor als herten even genoeg van elkaar hebben.” Hij zou het zonde vinden als de dieren verdwijnen.
De kwestie zit ook demissionair minister Piet Adema (ChristenUnie, Natuur) niet helemaal lekker. Tegelijk benadrukt hij dat de lijst een product is van onafhankelijke wetenschap. Als nieuwe inzichten daartoe aanleiding geven, wordt de lijst aangepast. Kan aanvullend onderzoek naar dierenwelzijn op hertenkampen een uitweg bieden? “Het kan helpen om de emoties te bedaren, maar ik vrees dat daar dezelfde conclusie uit zal komen,” zegt Smit van de Partij voor de Dieren.
Nog altijd mogen in Nederland veel exotische dieren gehouden, gefokt en verhandeld worden. De dierenlijst die daar paal en perk aan moet stellen, kent een lange aanloop. Al in 2009 kregen Wageningse wetenschappers de opdracht een methode te ontwikkelen om te beoordelen welke zoogdieren geschikt zijn om te houden. De lijsten die op basis daarvan in 2015 en 2017 zijn opgesteld, sneuvelden echter bij de rechter.
Ook nu ligt vertraging op de loer. De invoering van de lijst, die eigenlijk in januari 2024 zou plaatsvinden, is een halfjaar uitgesteld. Al zo’n twintig gemeenten hebben zich bij het ministerie beklaagd over het lot van hun hertenkampen. Ook belangenclubs, zoals de branchevereniging van dierenwinkels, willen de lijst aanvechten.
Dierentuin
Intussen broedt de gemeenteraad op een oplossing. Zo heeft de PVV geopperd dat met een dierentuinvergunning hertenkampen kunnen voortbestaan. Maar volgens wethouder Kapteijns is dat onwerkbaar. “Er komt veel administratie bij kijken en de gemeente zou zich moeten committeren aan een fokprogramma,” zei hij vorige week in een raadsdebat.
Staatsbosbeheer heeft het evenmin uitgevogeld. “Wij willen de hertenkamp zo lang mogelijk behouden,” zegt boswachter Kras. “We zoeken een methode om voortplanting te voorkomen en tegelijkertijd het welzijn van de herten op orde te houden.” Dat is lastig. Gecastreerde herten krijgen problemen met hun gewei, terwijl het weghalen van alle mannetjes of vrouwtjes de groepsdynamiek verstoort. “We zijn er nog niet over uit.”