Recensie: Richard Learoyd betrapt in Fotomuseum de broosheid van bestaan
De foto’s die Richard Learoyd met een levensgrote camera obscura maakt, zijn ook betoverend levensecht. Dichter op de huid kun je bijna niet komen, zie je in het Fotomuseum.
Het is altijd donker in fotomusea. Spotjes prikken als zoeklichten door de duisternis en onderscheppen hier en daar een afbeelding. Foto’s zijn nu eenmaal kwetsbaar. Gesandwicht tussen grote platen aluminium en kunststof kan een afdruk er robuust en imposant uitzien. Maar het laagje pigment dat daadwerkelijk voor beeld zorgt, is flinterdun. Hang een foto in daglicht en het gestage verbleken begint. Ondanks die handicap is fotografie een gewilde en lucratieve kunstvorm geworden. De toegankelijkheid is hoog. Een foto is direct geloofwaardig: what you see, is what you get.
De schilderkunst met al zijn vertaalslagen is minder duidelijk. Hoewel de oorspronkelijke rivaliteit tussen het mechanische en het menselijk oog allang is bijgelegd, proef je er bij de levensgrote portretten van Richard Learoyd (1966, Engeland) in het Fotomuseum Den Haag weer iets van terug. De mannen en vrouwen die hij met zijn camera obscura vastlegt, komen zo ‘echt’ over dat ze bijna tastbaar zijn. Aan lichtval en onderwerpkeuze is duidelijk te zien dat de schilderkunst voor hem een bron van inspiratie is.
Richard Learoyd kan elk putje in de huid documenteren
Learoyd heeft zijn ‘donkere kamer’ (camera obscura in het Latijn) zelf gebouwd. Stelt u zich een houten kubus voor waarin de fotograaf zichzelf opsluit om het beeld dat door een klein gaatje binnenkomt en dat op de tegenoverliggende wand wordt geprojecteerd, scherp te stellen.
Het principe, dat al in de oudheid bekend was, zal wel toevallig ontdekt zijn dankzij een ‘spionnengaatje’ in een broeinest van macht. Maar dat is nergens gedocumenteerd. Zodra het slijpen van lenzen zich ontwikkelde, kon de projectie worden verfijnd. Learoyd gebruikt een negentiende-eeuwse lens die maar liefst vijftien maal vergroot. Daardoor kan hij elk putje in de huid documenteren.
Zoek de focus
Denk nu niet dat u hypergedetailleerde mensbeelden krijgt voorgeschoteld. Het is echt even zoeken waar Learoyd precies op focust. Dan blijkt hij bijvoorbeeld scherp te stellen op een stukje wang naast de neusvleugel (dus niet zoals verwacht: op het oog) terwijl de rest van het lichaam in toenemende mate wazig wordt. Het klinkt als een onrealistische ervaring. Maar wie voor de spiegel staat om een puistje uit te drukken heeft ook nergens anders oog voor.
Of laten we een aardiger voorbeeld nemen: het oorlelletje van je geliefde kan eventjes het centrum van het universum zijn. Learoyd laat zien hoe we tegelijkertijd zowel gericht als oppervlakkig kijken. Je zou een parelmoeren knoopje tussen duim en wijsvinger willen nemen, terwijl dat zacht glinsterende ding al behoorlijk naar de achtergrond wijkt zodra je er echt naar kijkt.
‘Meisje met de parel’
Ja, dat doet denken aan het ‘Meisje met de parel’ van Vermeer. Die parel blijkt al net zo illusoir te zijn als je hem van dichtbij bestudeert. Niet voor niets wordt erover getwist of Vermeer, evenals meer kunstenaars, handig gebruik heeft gemaakt van de camera obscura maar er is geen tastbaar bewijs. Er is wel verschil in sfeer tussen de schilder en de fotograaf. Bij Vermeer gaat het om toenadering, bij Learoyd om distantie: hoe dichter hij een ander mens op de huid zit, hoe eenzamer hij lijkt te worden.
Ondanks de gedetailleerde observatietechniek is er geen sprake van ‘portretten’. Learoyd kiest een model uit de catalogus en werkt in zijn Londense studio met alle geduld van de wereld een pose uit. Vanwege de lange sluitertijd moet een houding ook lang volgehouden worden. Learoyd verhevigt de stilstand door te vragen om een introverte oogopslag, terwijl het lijf in al zijn passiviteit wordt getoond. Gekleed of naakt maakt weinig uit. Jong of oud, mager of dik evenmin. Er hangt een sfeer van broze berusting om zijn modellen en dat maakt een rondgang, ondanks de wonderschone techniek, beklemmend. In onze massale kiekjescultuur is dat een hele opluchting.
Spiegelingen
Hinderlijk is wel dat Learoyd zijn foto’s achter gewoon glas inlijst. Dat heeft lastige spiegelingen tot gevolg in het nachtelijk verlichte Fotomuseum. Toch is er één foto waarbij dat schaarse licht juist een animerend effect heeft: een zwarte zee. Ga ervoor staan (op een meter of twee) en het lijkt waarachtig of de golven zachtjes op en neer deinen. Door een test met andere bezoekers kan worden vastgesteld dat uw hersenen u echt niet bedriegen. Iedereen is bevattelijk voor deze optische illusie.
Learoyd heeft zijn camera obscura mobiel gemaakt om ook aan de studio te kunnen ontsnappen. De logistieke uitdaging moet enorm zijn. Maar hij reist met dat grote gevaarte van de Balkan naar de Amerikaanse westkust. Zijn groeiende internationale reputatie maakt kostbare expedities mogelijk. Zijn grootse landschappen en autowrakken zijn echter minder uniek en lang niet zo indringend als zijn broze personages. Hoewel hij met dit buitenwerk (veelal in zwart-wit) nieuwe horizonnen verkent, terwijl het thematisch toch prima in zijn oeuvre past, blijft de afstand tot het onderwerp groter. Pas als hij tevergeefs probeert om een ander mens aan te raken, zijn de foto’s van Richard Learoyd onweerstaanbaar.
Richard Learoyd, t/m zondag 5 januari 2020, Fotomuseum Den Haag. Meer informatie: www.fotomuseumdenhaag.nl
Dit artikel wordt u gratis aangeboden. Wilt u meer lezen over kunst en cultuur in de Haagse regio? Klik hier voor een (proef)abonnement en meldt u zich hier aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.