Klein maar fijn: veel jazz in Den Haag deze zomer
De ogen van de internationale jazzwereld zijn op Rotterdam gericht vanwege het North Sea Jazz Festival 2019. Toch valt er ook in Den Haag het nodige te beleven voor de jazzliefhebber. In de schaduw van het giga-evenement in de Maasstad zijn in de hofstad veel kleine, maar fijne jazzconcerten waar nog ontdekkingen zijn te doen. Columnist Bert Jansma zet alles op een rijtje.
Voor mijn neus op het scherm de Haagse jazzagenda voor komende week, naast mij het bijna honderd pagina’s dikke ‘Who’s Who’ van het North Sea Jazz Festival 2019 in Ahoy Rotterdam (12 t/m 14 juli).
Het contrast is groot. ‘North Sea Jazz? Daar ga je toch niet meer heen?’, wordt mij vaak schamper en retorisch gevraagd. ‘Dat is toch te weinig hardcore jazz voor jou?’ Ho, ho, ho. North Sea 2019 heeft weer een leger aan jazzmuzikanten in huis, met z’n frontsoldaten, verdedigers van de oude bastions en verkenners van het nieuwe. Geen festival ter wereld biedt zo veel in zo korte tijd. Natuurlijk is er een hoop non-jazz, maar dat was altijd al zo.
Ook destijds – lang geleden alweer – in Den Haag. Ik ga niet omdat het mij te groot is, ik die kilometers langs die zalen en die rijstebrijberg van luisteruren niet meer red.
Maar ik zal het North Sea niet verloochenen. Tenslotte dank ik aan het zo groot gegroeide kind van wijlen Paul Acket de mooiste jazzherinneringen. Aan fantastische, vrolijke, prikkelende en swingende muziek.
Plus in mijn geval, als verslaggever voor de voormalige Haagsche Courant en Het Binnenhof, al die ervaringen uit de periferie en vanachter de schermen: Herbie Hancock uitleggen hoe ‘soccer’ in elkaar steekt, trompettist Roy Hargrove horen pianospelen, slivowitz drinken met Joe Zawinul, met Stéphane Grappelli zijn favoriete tv-quiz bekijken, met saxofonist Joe Henderson op een hotelkamer filosoferen over jazz in Amerika en Europa, een massage aangeboden krijgen van (de later tragisch verongelukte) mevrouw Shorter omdat ik rugpijn had en zij die bij Wayne ook had verholpen. Dat soort herinneringen in ‘Privé’-sfeer. Nooit meer weg te gummen. Dankzij North Sea.
Ontdekkingen
Mijn ogen gaan dus niettemin naar de agenda voor het kleine, maar fijne in de Haagse jazzweek. Waar nog ontdekkingen zijn te doen. Zoals bijvoorbeeld twee interessante en jonge Marco’s in Murphy’s Law. Op 11 juli Marco Apicella, van wie ik een paar mooie interpretaties van stukken van Herbie Hancock beluisterde.
Ik zal het North Sea niet verloochenen. Tenslotte dank ik aan het zo groot gegroeide kind van wijlen Paul Acket de mooiste jazzherinneringen.
En op 12 juli saxofonist Marco Bernardi, die ik hoorde in werk van Art Blakey en in funkstijl. Ik maak u attent op trompettist Kees Kamphuis met gitarist Jeen Rabs op 14 juli in Comeonin (16.30 uur, Anthony Duyckstraat) waar elke tweede zondag van de maand Live Jazz is.
Op donderdag 18 juli zwaaien twee topmuzikanten weer de scepter in Murphy’s Law: trompettist Gary Kavanagh en tenorsaxofonist Simon Rigter. Ze zorgen voor een sterk stel begeleiders: Timothy Banchet piano, Cas Jiskoot bas en Sander Smeets drums. Let voor Haagse jazz ook op andere vaste pleisterplekken in de horeca: de Pancho Bar (Thomsonlaan) met ’s zaterdags het gitaarduo Up Jazz. Met de warme akkoorden van Ron Lezer en de ongebreidelde improvisaties van Paul Prins.
Of naar de Saturday Night Jazz in Victoria (Prins Hendrikplein) en de Sunday Night Jazz in LeDuc aan het Noordeinde. Het is zomer en dan is mijn jazzrubriek in de krant met reces. Patricia Wisse’s jazzagenda biedt hulp voor zoekenden: ‘livejazzinthehague.com’. En ik zeg alvast: vergeet Jazz in de Gracht niet. Op 29, 30 en 31 augustus.
De jazzrubriek van Bert Jansma is vanaf donderdag 12 september weer terug in Den Haag Centraal.