Emir Adytia speelt ‘huzarenstuk voor iedere cellist’ in Haagse Kunstkring

Cellist en componist Alfian Emir Adytia (28) heeft er zin in. Het vooruitzicht van een concert, vrijdag in de Haagse Kunstkring,  geeft het repeteren scherpte, vindt hij. Maar ook zoekt hij naar een sfeer die past bij Zoltán Kodály’s ‘Sonate voor solo cello’. “In Indonesië speelde ik vaak in een informele setting. Mensen zitten dan op stoelen of op de grond in een kring om je heen. Dat geeft een zekere intimiteit, je maakt contact met elkaar.”

Ondanks de decemberkou probeert de Haagse Indonesiër een vergelijkbare intimiteit te bereiken bij zijn concert deze week. Dus geen solist op een podium met het publiek in rijen voor zich, maar een solist te midden van mensen in een U-vorm om hem heen.

Thuis in Yogyakarta haalde hij zijn bachelor en bracht hij zijn eerste album ‘Nachtmusik’ voor vier cello’s uit. Vervolgens trok Emir Adytia naar Nederland om een studieplek te vinden aan een van de conservatoria. Het Koninklijk Conservatorium Den Haag bood hem een plek en een beurs voor de mastersopleiding. In het begin had hij het soms moeilijk. “Ik bleek de klassieke muziek niet goed te hebben aangeleerd, mijn oren stonden anders. Zie het zo: als ik in een gesprek met jou een Indonesische naam noem, vraag jij aan mij hoe je dat schrijft. Pas dán vat je ook de klank. Ik ben mijn docente Larissa Groeneveld eeuwig dankbaar voor de tijd en energie die zij in mij investeerde.”

Thuisbasis

De inzet van leermeester en leerling betaalde zich terug. In 2019 studeerde Emir Adytia af met een 9,5. Den Haag blijft zijn thuisbasis. Hij werkt solo onder de naam Seputar Cello. En hij vormt een klassiek duo met dirigente en pianiste Kanako Abe. Met medecellist Jascha Bordon richt hij zich op een mix van klassiek, jazz en pop, en met het Hodiernal Quartet op nieuwe muziek. Deze zomer startte hij met twaalf strijkmusici het ensemble Savoix, dat afgelopen zondag zijn eerste concert had. Hagenaars hebben hem ook kunnen horen bij publiekstrekkers als Jazz in de Gracht en de Tong Tong Fair. Daarnaast componeert hij. Zijn playlist en social media tonen hem als een veelvraat van stijlen en instrumenten.

Jeroen den Herder, hoofdvakdocent cello aan de conservatoria van Rotterdam en Utrecht, werkt al langer met Emir Adytia. Het verbaast hem niet dat de jonge cellist het stuk van Kodály op het programma zet. “Hij heeft lef in zijn spel. Hij durft moeilijke stukken aan te gaan.” Voor Den Herder is Emir Adytia een zich onderscheidend talent van deze generatie. “Alfian kent nauwelijks grenzen in zijn muzikale denken. Ik weet niet welke beperkingen hij zich oplegt, maar muzikaal lijkt het alsof het één groot veld is.”

De ‘Sonate voor cello’ is een monument voor het instrument, licht Den Herder toe. Het is het eerste solostuk voor de cello sinds Bach. De Hongaarse componist schreef de sonate in 1915. “Kodály bestudeerde samen met zijn vriend en medecomponist Bartók de Hongaarse volksmuziek, hij zocht de muziek als taal. Dat hoor je terug in dit muziekwerk.”

Lijden

Het concert is een eigen initiatief van Emir Adytia. Dit is dezer dagen een van de weinig overgebleven mogelijkheden, nu de cultuursector zich een weg door de coronatijd baant. “Ik wil dat mensen via mijn werk de muziek kunnen ontdekken. In dit geval vooral de cello. Het eerste stuk dat ik speel, laat zien hoe een musicus zich voorbereidt op een optreden. Maar nu gebeurt dit dus in de zaal zelf.” Vervolgens speelt hij drie eigen composities en als bekroning de sonate van Kodály. “Dit werk vormde het startpunt voor de twintigste-eeuwse cello. Het kent diepe en donkere delen. Daarom noemde ik het concert ook So-Low. Kodály laat je een beetje lijden. Maar ik hoop dat mensen tijdens het concert de epidemie even vergeten.”

Concert van Alfian Emir Adytia, vrijdag 4 december, 20.00 uur, Haagse Kunstkring.

Door Patricia Gerrits

Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop dan iedere donderdag de krant DHC. Klik hier voor alle verkooppunten. U kunt ook een (proef)abonnement nemen. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.