Geldprijs Piket Kunstprijzen brengt genomineerden op nieuwe ideeën
De negen genomineerden voor de elfde editie van de Piket Kunstprijzen zijn bekendgemaakt. Onder wie de jonge, talentvolle Adam Centko, Kenji van Nieuwenhuizen en Koen ter Braak. De eerste drieduizend euro is binnen.
“Toen ik werd opgebeld, dacht ik dat het een scam was,” grapt Adam Centko (27), een Slowaakse kunstenaar en alumnus van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, over zijn nominatie in de categorie Schilderkunst voor de Piket Kunstprijzen.
“Haha! Dat dacht ik ook!”, vult danser Kenji van Nieuwenhuizen (27), geboren en getogen in Duinoord, aan. “Ik was aan het repeteren, werd gebeld door een nummer dat ik niet kende en kreeg te horen dat ik drieduizend euro had gewonnen. Een soort ‘geef me je bankrekening, dan krijg je drieduizend euro’-telefoontje,” geint Van Nieuwenhuizen.
Ik vermoedde dat ik de prijs was misgelopen, totdat ik een paar weken geleden werd gebeld met het goede nieuws
Hij en Centko zitten in restaurant Kafe Kafka aan tafel met acteur Koen ter Braak (26), die vorig jaar zijn afstudeerwerk voor de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht opvoerde in het Haagse theaterpodium Zaal 3.
De acteur vermoedt dat hij is genomineerd door dat optreden. “Dat is niet expliciet verteld, maar wel gesuggereerd door meerdere mensen die zijn betrokken bij de prijs. Een deel van de vakjury kwam kijken bij de uitvoering en complimenteerde mij na afloop. Ze zeiden dat ze me graag hadden genomineerd, maar dat het voor dat jaar te laat was. Ik vermoedde dat ik de prijs was misgelopen, totdat ik een paar weken geleden werd gebeld met het goede nieuws.”
Frederik Hendrik Piket
De Piket Kunstprijzen worden dit jaar voor de elfde keer uitgereikt aan drie veelbelovende, talentvolle, jonge kunstenaars die zijn verbonden met Den Haag. Negen kunstenaars zijn genomineerd in de categorieën Schilderkunst, Dans en Toneel.
Bij de uitreiking, die plaatsheeft op maandag 19 november in Theater aan het Spui, krijgen de drie winnaars elk zesduizend euro plus een kunstwerk en de overige genomineerden elk drieduizend euro, duizend meer dan vorig jaar.
Naamgever van de prijs mr. Frederik Hendrik Piket (1927-2011), voormalig advocaat en oud-lid van de Eerste Kamer voor de CHU (later CDA), was een groot liefhebber van kunst en cultuur. Kort na zijn overlijden ontstond een stichting die jaarlijks drie kunstenaars onder de dertig jaar stimuleert met een geldprijs.
Prijsgeld
Normaliter verdienen Centko, Ter Braak en Van Nieuwenhuizen hun geld op een heel andere manier: ze bedenken een nieuw project, vragen subsidie aan en krijgen daarna hun ‘loon’. Dankzij het prijsgeld is dat voor het eerst omgedraaid: ze krijgen het geld en kunnen nu op een idee broeden.
Kenji van Nieuwenhuizen: “Het is heel fijn dat je nu een bedrag hebt en daar iets omheen kan bouwen. Ik zit zelf te denken om een project te managen met een groep dansers. Dat heb ik nooit eerder gedaan, dus ik weet niet precies hoe het werkt. Misschien is dit wel te weinig geld daarvoor, maar ik kan daar nu in ieder geval over nadenken.”
Wanneer je jouw dagelijkse routine doorbreekt en jezelf openstelt voor nieuwe ideeën, komt daar vaak nieuw werk uit voort
Koen ter Braak moet nog bedenken waar hij het geld aan gaat uitgeven. “Ik denk dat ik het voorlopig even vastzet op de bank, maar het is leuk om na te denken waar ik het aan uit ga geven. Je kan bijvoorbeeld op vakantie. Dat klinkt heel nutteloos, maar als kunstenaar zijn dat soort ervaringen heel essentieel. Wanneer je jouw dagelijkse routine doorbreekt en jezelf openstelt voor nieuwe ideeën, komt daar vaak nieuw werk uit voort.”
Technologie
Adam Centko sluit zich hierbij aan. Met zijn kunst reflecteert hij op technologie. “Veel van mijn werk ontstaat wanneer ik niet bezig ben met technologie. De ideeën komen in me op wanneer ik in het park loop of naar de lucht kijk. Dan zie je ook dat de relatie tussen natuur en technologie niet binair is; technologie bootst vaak de vormen van de natuur na.” Van Nieuwenhuizen, plagend: “Adam is ook genomineerd voor zijn mooie citaten.”
Maar de danser sluit zich aan bij het statement. “Ik groeide op in Den Haag, ik geef er nog steeds dansles, mijn moeder woont hier nog steeds; veel van mijn inspiratie komt hier vandaan. Het komt van de straten waar ik op loop en de scholen waar ik op heb gezeten. Mensen denken vaak dat dans heel willekeurig is, maar over elke stap is nagedacht. Elke pas, elke beweging: alles moet perfect zijn. Dat lijkt dan organisch, maar dat is het niet.”
Ter Braak: “Het is interessant wat je zegt over je bewegingen uitdenken. Je hebt een bepaald stereotype acteur, een persoon die daar alleen voor zichzelf en de aandacht staat, en dat type bestaat. Maar je hebt ook acteurs die zichzelf volledig overgeven aan het toneelstuk. Zij denken alles uit en leven zich volledig in hun personage in. Dat soort acteurs hebben een heel specifiek idee over hun personage, dat creëert ook een gevoel van urgentie: dit kon niet anders. In die gevallen hoef je ook niet precies te begrijpen wat er gebeurt; je voelt dat het belangrijk is, dat maakt het mooi.”