Maar één Nederlandse (en Haagse!) galerie op Paris Photo

Project 2.0 is de enige Nederlandse (en Haagse!) galerie die mag deelnemen aan Paris Photo, de belangrijkste fotografiebeurs ter wereld. DHC bezocht de Franse hoofdstad en sprak Coen van den Oever, de man die het voor elkaar kreeg.

Door

“Kijk nou, Gogosian, gewoon in mijn laantje.” Coen van den Oever lacht zijn tanden wit als hij een paar meter van zijn eigen stand het met aluminium beklede muurtje van de beroemde Amerikaanse kunsthandelaar Larry Gagosian ziet. Vanuit het glazen dak van Grand Palais schijnt een felle zon de imposante Beaux-Arts-hal binnen.

De ingelijste gezichten van Andy Warhol en een tamelijk jonge Mick Jagger glimmen ervan. Aandachtig bekijkt de Haagse eigenaar van galerie Project 2.0 de zwart-witportretten. “Ze hebben voor iconische beelden gekozen. Vintage is helemaal in. Dat zie je veel dit jaar op de beurs. Maar goed dat wij voor kleur gekozen hebben, dan vallen we ten minste op.”

En hij moet opvallen, want op Paris Photo, de internationale fotobeurs in Parijs, zijn de beste fotografen ter wereld vertegenwoordigd. Voor liefhebbers en verzamelaars is dit de plek om bijzonder werk op de kop te tikken. Vanavond, nog voor de officiële opening, begint het al. Voor het exclusieve feestje van J.P. Morgan zijn tweehonderd gasten ingevlogen.

Ze slapen op kosten van de grote Amerikaanse bank in vijfsterrenhotels als Hôtel Ritz en Four Seasons Hotel George V. Maar eerst gaan ze naar de cocktailparty, waar ze in de imposante tentoonstellingshal worden rondgeleid.

 

Ik ben gekozen uit drieduizend inschrijvingen. Ja, dat is heel bijzonder.
Coen van den Oever (eigenaar van galerie Project 2.0)

 

“Ze komen ook bij ons langs,” vertelt Pauline Roest-Jonkman enthousiast. De goede vriendin van Van den Oever spreekt zes talen en is in het dagelijks leven commercieel directeur van de bekende fotografiestudio Studio Harcourt Paris. Voor nu is ze even de assistent van de Hagenaar. Als de organisatie van Paris Photo vraagt of ze zo een foto mogen maken, schakelt Roest-Jonkman meteen over op het Frans. “Goed hè,” knipoogt Van den Oever.

3000 inschrijvingen voor Paris Photo

De Haagse galerist is voor de tweede keer toegelaten op Paris Photo, een prestatie van jewelste. Vorig jaar stond hij nog met twee andere Amsterdamse collega’s in Parijs, dit keer is hij de enige Nederlander. “Ik ben gekozen uit drieduizend inschrijvingen. Ja, dat is heel bijzonder,” geeft hij toe.

“We staan hier met honderdveertig galeristen. Een hoger podium voor fotografie is er niet. Dit is de Champions League.” En bij een topbeurs horen topfotografen. Voor deze editie heeft hij gekozen voor de Nederlandse Daniëlle van Zadelhoff en de Franse Denis Rouvre, winnaar van onder meer de World Press Award.

 

Dit was in Miami, hier was ik in Bazel. O ja, Napels, daar hing mijn werk naast Caravaggio.
Danielle van Zadelhoff

 

Terwijl Van den Oever zijn rondje langs de beurs vervolgt en het hyperkitsche werk van David Chapelle (‘is niet te betalen’) passeert, vertelt hij over zijn eerste ontmoeting met Parijzenaar Rouvre. “Ik volgde Denis al jaren. Toen ik voor het eerst zijn Lamb-serie zag, waarvoor hij later de Hasselblad Master Award in de wacht sleepte, was ik een paar dagen in de war. Zo goed vond ik de beelden van die pikzwarte Senegalese mannen. Daarna heb ik hem telefonisch benaderd. Ik zei: ‘Hallo, ik ben Coen uit Den Haag’.”

Foto: Denis Rouvre

Grinnikend: “Hij woonde in Parijs, Den Haag zei hem natuurlijks niks. Een dag later ben ik naar hem toe gereden. Nu werken we al tien jaar samen.”

Rembrandt

De serie die Rouvre in Parijs toont, heet ‘Sadhu’: kleurrijk geklede Indiase monniken waarvoor de Fransman achtduizend kilometer langs de rivier Ganges reisde. De indringend kijkende mannen behoren tot de hoogste kaste van het land. “Sommigen zijn heel rijk, maar doen alsof ze arm zijn. Dat hoort bij hun status. Wat ze de hele dag doen? Mediteren, denk ik. Yoga beoefenen en adviseren, ze vervullen een soort domineerol.”

Wat verder opvalt aan het werk van Rouvre is het licht. Tegen de zwarte achtergrond lijken de uitgelichte mannen te zweven. Hij heeft een studie gedaan naar het licht van Rembrandt, vertelt Van den Oever. Ook bij de ongepolijste foto’s van Danielle van Zadelhoff valt de (Vermeerachtige) belichting op.

Al mogen er vandaag nog geen fotografen naar binnen, voor de in Amsterdam geboren Van Zadelhoff heeft Van den Oever stiekem een pasje weten te regelen. De goedlachse, iets wat slissende Zadelhoff woont inmiddels in de buurt van Antwerpen. Vijf jaar geleden hield deze 55-jarige alleenstaande moeder voor het eerst een camera vast. Tegenwoordig heeft ze tentoonstellingen over de hele wereld.

Caravaggio

Ze scrollt door haar telefoon. “Dit was in Miami, hier was ik in Bazel. O ja, Napels, daar hing mijn werk naast Caravaggio.”

Zadelhoff, die voorheen oude gebouwen restaureerde en doorverkocht, mag je gerust een natuurtalent noemen. Na een moeilijke periode (‘ziekte en een scheiding’) raadde een vriend van haar moeder haar aan afleiding te zoeken in een camera. Op een dag hing een van haar foto’s tussen andere amateurkiekjes op het Museumplein in Amsterdam. Toen Wim Pijbes naar binnenstapte, veranderde haar leven.

Foto: Danielle van Zadelhoff

‘Er hangt hier een foto van museumkwaliteit,’ had de directeur van het Rijksmuseum gezegd tegen toeschouwers. Daarna besloot Van Zadelhoff toch maar een fotovakopleiding te volgen. “Ik had nog nooit van sluitertijd en diafragma gehoord,” lacht ze.

Somber

Op twee van de tentoongestelde foto’s staat haar jongste zoon. Met neergeslagen ogen en een tulband op zijn hoofd. “Hij is de enige in ons gezin die graag gefotografeerd wordt. Mijn andere kinderen vonden mijn foto’s in het begin somber. Ik houd van serieuze emoties. Maar ondertussen heeft iedereen thuis werk van mij hangen, hoor.” Van Zadelhoff kijkt rond. “Valt je trouwens iets op tussen het werk van Denis en mij? Ja, dezelfde manier van belichting, maar nee, zijn werk is zo mannelijk, zo stoer, mijn werk is zachter, emotioneler. Ik voel de spanning, dat maakt het interessant. Het is net zoals in een relatie. We zullen elkaar nooit begrijpen, maar we vinden elkaar wel leuk.”

Paris Photo, t/m zondag 11 november, Grand Palais in Parijs. De stand van Project 2.0 is te vinden op CO3. Meer informatie: www.parisphoto.com en www.project20.nl

Bekijk meer van