Antiheld Haagse Harry strijkt neer aan de Hofvijver

Hij had al een beeld, maar nu wordt Haagse Harry definitief in de historische canon van de stad opgenomen met een tentoonstelling in het Haags Historisch Museum.  

Door

Zijn beeld staat in het ‘echte’ Den Haag, ‘De Haag’ eigenlijk. De Grote markt hoort immers samen met de Groenmarkt en het Kerkplein tot de kern van het oude Die Haghe. Geen prinsen en politici hier, wel gewone Hagenezen. Oké Mark Rutte komt ook vaak op de Grote Markt, maar hij is en uitzondering als premier met Haagse roots.

Maar nu rukt Harry op tot in het hart van het oude hofgebied, het ‘andere Den Haag’, biotoop van stadhouders, raadpensionarissen, koningen en kabinetten. Vanaf 20 april is in het Haags Historisch Museum aan de Korte Vijverberg ‘Haagse Harry, dûh tèntaunstelling!!’’ te zien.

De grofgebekte, asociale en politiek incorrecte Harry is een schepping van striptekenaar Marnix Rueb (1955-2014). Zelf zag Rueb dat iets anders. “Ik heb hem niet bedacht, hij bestond al,” zei hij ooit. De tekenaar hoefde hem alleen maar op papier te zetten.

 

 

Ik heb Harry niet bedacht, hij bestond al
Marnix Rueb, tekenaar (1955-2014)

 

De geboorteplaats van Haagse Harry is de Schilderswijk begin jaren ’90. Rueb woonde daar destijds en raakte er geïnspireerd door de grofgebekte, in trainingspak geklede Hagenezen – die ook wel spottend Harry’s en Bianca’s genoemd werden. Zoals zoveel Hagenezen kan Haagse Harry niet omgaan met autoriteit. Hij zet zich af tegen de gemeentepolitiek, de politie, het koningshuis, de regering, ga zo maar door. “Haagse Harry is de vleesgeworden autoriteitsstoornis,” volgens cabaretier en gastconservator van de tentoonstelling Sjaak Bral. “Daarbij is hij ook niet bepaald politiek-correct of zachtzinnig naar mede-Hagenaars. Zoals hij in een van de strips zegt: ‘van mèn ken iederein de pleures krège!!’ ‘’

Haags dialect

De eerste tekeningen van Harry verschenen in 1991 in het Haagse uitgaansblad Doen. Het bleek een groot succes. In 1994 verscheen het eerste van in totaal zeven stripalbums over Haagse Harry. De stipboeken gaven het Haagse dialect een enorme stimulans, want alle personages in de strip, ook Beatrix en Willem-Alexander spreken plat Haags. Het liefst, zo vertelde Marnix Rueb in een interview, had hij bij de strips een cassettebandje gedaan, want de teksten zijn bedoeld om gehoord te worden. Samen met zijn broer Robert-Jan en Sjaak Bral schreef hij ‘Ut groen-geile boekie’ over de spelling van het Haags (mét ‘scheldwèzâh’) en maakte hij een taalcursus Haags. Er kwam zelfs een Haags Dictee en later een compacte ‘Bèbel’.

Marnix Rueb en zijn schepping Haagse Harry. | Foto: Haags Historisch Museum

Op de tentoonstelling zijn ruim vijftig originele Harry-tekeningen te zien. Maar ook ander werk van Marnix Rueb wordt getoond. Het komt uit zijn privéarchief en werd zelden of nooit getoond aan het publiek. “Voor de fans van het eerste uur een feest van herkenning, voor anderen misschien een eerste kennismaking met Haagse Harry in zijn campingsmoking met zijn Haagse mat,” verwacht Bral.

 

Standaardportret
Bekijk meer van