Abdalla Ajaj, schilder van twee culturen: ‘Ik vertrok, dus ik moest succesvol worden’

Hij won ‘Project Rembrandt’ net niet, en tegelijk ook wel. Hagenaar Abdalla Ajaj werd begin dit jaar de publiekslieveling van tv-kijkend Nederland en staat nu aan het begin van zijn professionele schilderscarrière. “Dit voelde als de laatste kans om iets van mijn leven te maken.”

Door

“Het resultaat had mooier kunnen zijn,” verontschuldigt kunstenaar Abdalla Ajaj zich meteen als hij na enige tijd weer oog in oog staat met zijn finalewerk uit het derde tv-seizoen van ‘Project Rembrandt’. “Ik was ziek tijdens het schilderen en daardoor was ik minder creatief.” Toch is hij in zijn nopjes met de prominente plek die het zelfportret tot eind deze maand heeft in het Kunstmuseum, tegenover de ingang van de Stijlkamers vol Delfts blauw uit de Gouden Eeuw. “Het werk is een reflectie op de kunst uit de zeventiende eeuw, dus het hangt hier heel toepasselijk. Dat het hier te zien is, ervaar ik als een groot cadeau van deze stad aan mij.”

“Ik had zelf bedacht om naast het schilderij te gaan staan voor de foto,” zegt Abdalla Ajaj tegen fotograaf Piet Gispen. De zes jaar geleden uit Libië gevluchte schilder – zachte stem, zijn woorden zorgvuldig wegend, het hoofd bedekt met beige hoed – is bescheiden, maar weet wat hij wil. Dat gold ook op het moment waarop zijn beste vriend Andrew van Esch hem in het geheim opgaf voor de bekende amateurschilderwedstrijd van de NTR. “We keken altijd samen naar het programma, omdat ik het leuk vond om op die manier de Nederlandse taal en cultuur te leren kennen. Dan zei ik: o, dat kan ik tien keer beter. Gewoon als een stoer grapje, hoor. Maar toen ik eenmaal mee mocht doen, nam ik me wel direct voor om in de finale terecht te komen.”

YouTube

Nachten haalde de autodidact door tijdens de draaidagen, die hij als zeer enerverend heeft ervaren. “Schilderen was altijd slechts mijn hobby geweest, want ik ben opgeleid als geoloog. Daarom keek ik ’s nachts naar YouTube, zocht ik van alles op internet op en bleef ik oefenen met tekenen en schilderen; ik wilde elke keer laten zien dat ik écht iets met het jurycommentaar had gedaan.” Al ging Ajaj er in de laatste aflevering net niet met de winst vandoor, de kijkers smolten voor zijn innemende persoonlijkheid en zijn lef zich kwetsbaar op te stellen door zijn twijfels en angsten te laten zien. “Ik word overal herkend en de mensen omarmen me. Ze zeggen dat ze door me geïnspireerd zijn, ze zien me als een aanwinst voor Nederland en noemen me ‘de Haagse Abdalla’. Dat raakt me oprecht,” glimlacht hij.

Dat is ook weleens anders geweest, herinnert de nieuwbakken kunstschilder zich. “Ik denk dat ik meer vertrouwd word dan vóór het programma. Nu vinden mensen me sympathiek en zien ze me staan, maar ik heb als vluchteling uit een Arabisch moslimland ook wel gemerkt dat sommigen minder dichtbij kwamen en me niet in de ogen keken. Hun idee lijkt veranderd te zijn, zo van: het zijn gewone mensen die óók kunstenaar kunnen worden. Als mijn deelname aan het programma eraan heeft bijgedragen dat het beeld van vluchtelingen is verbeterd zodat zich voor hen, net als voor mij, nieuwe wegen openen, dan ben ik daar heel blij mee.”

Abdalla Ajaj in Project Rembrandt

Bovenal betekende zijn rol in ‘Project Rembrandt’ voor Ajaj (33) een overwinning op zichzelf. Nadat hij in 2016 op de vlucht voor de Libische burgeroorlog in Den Haag terechtkwam, belandde hij in een zware depressie. “Ik was gelukkig in Tripoli (de hoofdstad van Libië, red.). Mijn studie had ik net afgerond en ik zou gaan werken als ingenieur – niet mijn passie, maar een goede baan hoort er nou eenmaal bij in mijn familie. Ooit, als ik genoeg geld verdiend zou hebben, zou ik een atelier nemen en alsnog mijn echte ambitie verwezenlijken om kunstenaar te worden,” schetst hij.

“Maar de oorlog gaf me zoveel stress dat ik besloot te vluchten. In m’n eentje, als jongste uit het gezin – voor mijn ouders, twee broers en zus was weggaan een te grote stap.”

Machteloos

Een periode van grote eenzaamheid volgde. “De bombardementen in Libië werden alsmaar heviger en op sociale media heb ik veel ellende gezien. Ik voelde me hier, op afstand, machteloos over het lot van mijn familie en vrienden. Ze hebben hun huizen tientallen keren moeten verlaten en sommige familieleden hebben de oorlog niet overleefd, zoals de vrouw van een van mijn broers.” Hier in de tussentijd nieuwe vrienden maken, wilde hij niet.

“Ik voelde me schuldig en was bang mijn familie te vergeten,” vertelt Abdalla Ajaj zichtbaar geëmotioneerd. “Ook lukte het me niet om passend werk te vinden. Met mijn Arabische naam werd ik bijna nooit uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek en er werd vaak getwijfeld aan mijn kwalificaties. Ten onrechte: mijn diploma is in Europa evenveel waard als in Libië. Bovendien heb ik allerlei stages en trainingen gevolgd en kreeg ik goede referenties.”

Abdalla Ajaj’s eigenwaarde

De opeenstapeling van tegenslagen tastte Ajaj’s eigenwaarde aan. “Mijn leven stond echt in de pauzestand. En daar kwam bij dat ik mijn familie niet meer onder ogen durfde te komen voordat ik in Nederland iets bereikt had. Het was mijn keuze geweest om te vertrekken, dus ik moest succesvol worden.”

 

De verbinding tussen de twee culturen is een belangrijke inspiratiebron voor mijn werk
Abdalla Ajaj

 

Zijn houvast in deze bange dagen was Andrew van Esch, destijds al directeur van de Stichting Global Talent Pool, die statushouders koppelt aan een netwerk van werkgevers, en sinds kort ook raadslid voor D66. “Andrew heeft altijd in mij geloofd en gezegd: je hebt gewoon pech gehad, ik weet dat je creatief talent hebt, maar het is nog niet jouw tijd. Doordat hij me aanmeldde voor ‘Project Rembrandt’ ben ik weer gaan schilderen, dit voelde als de laatste kans om iets van mijn leven te maken.”

Libisch kostuum

Zijn recente geschiedenis komt samen in het finalewerk dat nu dus in het Kunstmuseum hangt. Het is getiteld ‘De pracht van vriendschap en cultuurverschil’. Daarop staat ook Van Esch afgebeeld. Zijn hand rust vaderlijk op de schouder van de desperate kunstenaar, die blootvoets en met de handen voor zijn gezicht geslagen op een stoel zit. “Dat deel van het schilderij staat voor de moeilijke periode die achter me ligt,” legt Ajaj uit.

Rechts staat hij juist zelfverzekerd. In het traditionele Libische kostuum met gouddraad, dat hij van zijn ouders meekreeg bij zijn vlucht, kijkt hij de toeschouwer aan met opgeheven hoofd. “Dat pak heb ik ook tijdens de finale gedragen zodat mijn ouders er toch een beetje bij waren.” Jan Asselijns beroemde ‘zwaan’ (circa 1650) op de achtergrond staat symbool voor Nederland. “Het land dat mij geholpen heeft en mij nog steeds beschermt,” vat Ajaj samen. “Voor de positie van de handen heb ik naar ‘De Nachtwacht’ gekeken; de verbinding tussen de twee culturen is een belangrijke inspiratiebron voor mijn werk.”

Nadat het stof rond de laatste uitzending op 13 maart was neergedaald, nam Ajaj de gelegenheid te baat om voor het eerst sinds hij vluchtte zijn familie in Tripoli te bezoeken. “Nu ik voor mijn eigen gevoel weer iemand geworden was, kon ik teruggaan. Tijdens de opnames belde mijn zus – mijn beste vriendin – elke dag om me moed in te praten. De familie heeft alle afleveringen gezien. En al verstonden ze er niets van, ze waren heel trots. Mijn vader vertelt aan iedereen dat ik een kunstenaar ben in plaats van een ingenieur.”

Koude kleren

Het bezoek ging hem niet in de koude kleren zitten. “De stad is nog steeds verwoest, de musea die ik kende, bestaan niet meer. Mijn ouders zijn ineens ouder geworden, mijn zus heeft een kindje gekregen en mijn oma is overleden. Ik realiseerde me dat we een groot deel van elkaars levens hebben gemist.”

Niettemin is het licht teruggekeerd in het leven van Ajaj. Mede vanwege zijn indrukwekkende televisieoptreden staan opdrachtgevers in de rij om zich door hem op het doek te laten vereeuwigen. En namens de gerenommeerde verffabrikant Talens geeft hij binnenkort, samen met medefinalist en winnaar Egon de Regt, een aantal schilderworkshops in het land. Tijd om zelf het programma terug te kijken heeft hij nog nauwelijks gehad. “Dat ga ik doen als de drukte in mijn hoofd weer wat minder is geworden. Er is de laatste maanden zoveel op me afgekomen: alle reacties op sociale media, de reis naar Libië, dit interview… Ook ga ik actief aan de slag met mijn promotie. Want wie je kent, is in Nederland minstens zo belangrijk als je talent, heb ik ontdekt.”

Techniek

De beroepsschilder in wording wil ook tijd uittrekken om meer te leren over zijn ambacht. “Zonder talent kun je geen kunst maken, dan prikken mensen door je heen. Maar technische kennis en vaardigheden zijn ook belangrijk. Doordat het tot voor kort niet meer dan een hobby voor me was, mis ik nog wat van die basis. Voordat ik aan het programma meedeed, had ik bijvoorbeeld nooit met olieverf gewerkt. Tegenwoordig experimenteer ik met allerlei materialen, al weet ik nog niet wat voor mij het beste werkt. Mensen vragen me vaak naar mijn handschrift, ik denk dat dat zich pas ontwikkelt als ik alles heb uitgeprobeerd. Het is een geleidelijk proces, net als bij Van Gogh, zeg maar.”

Vooralsnog werkt Abdalla Ajaj vanuit zijn appartement, al is dat soms behelpen. Zodra hij van zijn opdrachten en zijn vrije werk kan leven, wil hij een eigen atelier betrekken. “Als het kan hier in Den Haag, en het liefst ook ooit in Tripoli. Dat zullen altijd de twee steden in mijn leven blijven.”

Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop dan de papieren editie van de krant Den Haag Centraal. Klik hier voor alle verkooppunten. U kunt ook een (proef)abonnement nemen. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.

Standaardportret
Bekijk meer van