Tim ’S Jongers: ‘Bijstand is geen hangmat, maar een wielklem’
Tussen de denkwereld van de overheid en de leefwereld van mensen in armoede gaapt een kloof, ziet Tim ’S Jongers, de nieuwe directeur van het wetenschappelijk bureau van de PvdA. “In de ministerietorens leer je niet hoe het is om in armoede te leven.”
Laatst zag Tim ’S Jongers (40) iemand betrapt worden op winkeldiefstal. De dader was geen gewetenloze dief, maar een jonge moeder met een kindje aan haar hand. “Dat had ik jaren niet gezien,” vertelt hij. “Misschien was het toeval. Zeker is dat andere groepen in de samenleving nu in moeilijkheden komen.” Met de inflatie, aangejaagd door de ontspoorde energieprijzen, vorige maand op een schrikbarende 12 procent, komen veel Nederlandse gezinnen niet meer rond. ‘We worden samen een stukje armer,’ zei financiënminister Sigrid Kaag (D66).
’S Jongers weet wel beter. De echte klappen vallen aan de onderkant, waar de mensen dagelijks bezig zijn met overleven. Hij kent die wereld van binnenuit, want ’S Jongers groeide in België op in armoede. Hij ontworstelde zich daaraan, voltooide een studie en belandde uiteindelijk te midden van Haagse beleidsmakers. Bij de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, een adviesorgaan van de regering, hield hij zich bezig met gezondheidsverschillen tussen arm en rijk.
Denken ze echt dat een extra broccoli compenseert voor alle schaamte en stress?
Dat hij uit ervaring spreekt, hield hij lange tijd stil voor zijn collega’s, tot de Volkskrant vorig jaar het verhaal van zijn jeugd optekende. Het maakte veel los. ’S Jongers werd bedolven onder lezerspost, ook na zijn recente optreden bij het tv-programma ‘Buitenhof’. “Veel mensen hebben het gevoel dat eindelijk iemand namens hen spreekt,” merkt hij.
Nu is hij een geprezen stem in het ongelijkheidsdebat. ’S Jongers schreef gastcolumns in de Volkskrant, publiceert op De Correspondent en was tot voor kort fractievertegenwoordiger van de Haagse PvdA. Deze maand trad hij aan als directeur van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de sociaaldemocraten.
Wat is het hardnekkigste misverstand over armoede?
“Dat het allemaal je eigen schuld is. Levensgebeurtenissen zijn bepalend. Bij een scheiding, bijvoorbeeld, heeft minimaal één van de twee een probleem met het vinden van een woning. Wie chronisch ziek is, is ook chronisch arm. Mijn buurvrouw heeft zich 25 jaar lang kapotgewerkt in de Westlandse kassen en tegelijk haar kinderen opgevoed, een toonbeeld van hoe we het willen. Maar nu kan ze niet meer, is ze ziek en dus arm. Ook aan dakloosheid gaat bestaansonzekerheid vooraf. Mensen zijn al onzeker over woning, inkomen en sociale relaties. Eén of twee klappen en ze zakken door het ijs.”
Wat doet zo’n ‘overlevingsstand’ met een gezin?
“Kinderen die in armoede opgroeien, krijgen later het vaakst problemen. Ze krijgen minder vertrouwen in zichzelf en anderen, en hebben een kleinere kans op een gezond leven. Mensen met financiële stress komen vaker in de ggz (geestelijke gezondheidszorg, red.). Iemand in Moerwijk leeft vier jaar korter dan een bewoner van het Statenkwartier en heeft vijftien jaar langer zorg nodig. Dat zijn gigantische verschillen.”
Als bij geboorte de kansenongelijkheid al zo groot is, kun je dan spreken van een meritocratie?
“In een meritocratische samenleving kun je van een dubbeltje een kwartje worden. De mensen met de beste prestaties worden het meest beloond. Op zich is dit prima. Maar je hebt ook de meritocratie als geloof, het idee dat succes geheel eigen verdienste is. De tegenpool daarvan is dat iedereen zonder succes dat ook aan zichzelf te wijten heeft. Waarom zou je dan een ruimhartig armoedebeleid voeren? De waarheid is dat de meeste mensen die het ver schoppen, een levenspad hebben gevolgd dat dit faciliteert.”
Wie chronisch ziek is, is ook chronisch arm
De vooroordelen zijn wijdverbreid, merkt ’S Jongers. Over de bijstand, bijvoorbeeld. “Het idee was altijd dat de bijstand het laatste vangnet is vóór men in armoede vervalt. Dat kunnen we vergeten. Driekwart van de Nederlanders in de bijstand leeft in armoede, de helft is chronisch ziek. En de ruimte om er weer uit te komen, is klein. De bijstand is helemaal geen hangmat, het is gewoon een wielklem.” Hij stoort zich aan politici die verkondigen dat je er met hard werken wel komt. “Iemand die twintig jaar hard heeft gewerkt voor het minimumloon, kómt er niet. Dat is gewoon nepnieuws.”
Eén op de vijf Haagse huishoudens wordt gerekend tot de minima. Nu hun bestaanszekerheid wankelt, regent het betuttelende adviezen over bijvoorbeeld energiebesparing. In zijn onlangs uitgegeven boek ‘Beledigende broccoli’, gebaseerd op de Participatielezing die hij in maart hield, laakt ’S Jongers de goedbedoelde maar wereldvreemde hulpmaatregelen waar beleidsmakers mee op de proppen komen. De broccoli uit de titel slaat op een voorlichtingscampagne op basisscholen over gezond voedsel, terwijl veel van die kinderen zonder ontbijt naar school komen.
De gemeente Nissewaard heeft een kookboek gemaakt voor een gezond dieet met een krap budget. Het wordt uitgedeeld bij de voedselbank.
“Een schoolvoorbeeld van de kloof tussen systeemwereld en leefwereld. Denken ze nou echt dat een broccoli meer en een frikandel minder compenseert voor de stress en schaamte die bezoekers van de voedselbank ervaren? Dáár moeten we eerst wat aan doen. Als je geen oog hebt voor de bestaansonzekerheid die tot ongezond gedrag leidt, kun je blijven zwaaien met je broccoli.”
Het ontbreekt ministeries aan kennis over de mensen voor wie ze beleid maken, zegt u.
“Weet je wat gek is: sommige politici vinden een maatschappelijke diensttijd voor jongeren belangrijk, omdat ze dan uit hun bubbel komen. Waarom is die er niet voor hun ambtenaren? Vooropgesteld, ik zie veel hardwerkende ambtenaren met goede bedoelingen die zaken willen veranderen, maar knel raken in het systeem. Maar beleid maken is zó’n technische operatie geworden dat hun kennis van de leefwereld van de burger steeds kleiner wordt. Mensen die de kennis wel hebben, worden vaak gereduceerd tot zielige ‘ervaringsdeskundige’. Een jaartje universiteit wordt nog altijd hoger aangeslagen dan levenservaring. Terwijl: alles in die torens kun je leren, behalve hoe het is om in armoede te leven.”
Deze mentale afstand resulteert volgens hem in een verkeerde aanpak. Het armoedevraagstuk wordt opgeknipt in overzichtelijke deelproblemen, zoals beweegarmoede, energiearmoede, kinderarmoede, menstruatiearmoede. “Daarop wordt afzonderlijk beleid gemaakt, vaak simpele oplossingen waar stichtingen en duurbetaalde zzp’ers op duiken. Mensen krijgen een beweegcoach, een energiecoach, een leefstijlcoach – God behoede ons voor de menstruatiecoach. Die hebben allemaal nut, maar ze doen niets aan het structurele probleem, namelijk dat het vangnet van onze samenleving stuk is.”
Waarom niet?
“Het achterliggende systeem wordt niet aangepakt. Als er dan een schok komt, zoals nu, is men te laat. Neem mijn buurvrouw. Ondanks allerlei coaches raakt zij compleet in de shit, simpelweg omdat haar energierekening vorig jaar omhoog is gegaan. Ze kan niet overstappen, want ze zit vast aan het warmtenet. Zij komt er niet meer uit.”
Gaat er veel geld verloren aan sociale projecten?
“Projecten zijn vaak tijdelijk, waardoor er geen oog is voor de lange termijn. Ik ken een Haagse vrouw die in vijf jaar tijd drie keer in een bijstandsprogramma heeft gezeten. Dat stopt na zes maanden, een jaar later zit ze weer in de bijstand. Op jaarbasis lijkt het succesvol: ze is drie keer de bijstand uitgestroomd. Een vinkje achter haar naam. Maar over vijf jaar gezien is het niet rendabel, niet voor haar en niet voor de gemeente. De vrouw is ziek van de stress, voelt zich vernederd en geeft er de brui aan.”
Welvarende mensen zijn helemaal niet zelfredzaam, maar ze kunnen het wel afkopen
“Sowieso is het tijd om te stoppen met het inhuren van al die duurbetaalde zzp’ers. Een sociaal project in Transvaal krijgt nu een projectleider uit Apeldoorn, omdat die toevallig de beste aanbesteding heeft geschreven. Zo iemand heeft niks met Den Haag, Transvaal of de jonge meiden die hij moet helpen. Alleen al van de reiskosten van die zzp’er kun je een wijkbewoner leren zo’n project zelf op touw te zetten. De gemeente moet gebruikmaken van burgerkracht. In een achterstandswijk komen allerlei mensen van buitenaf bewoners vertellen hoe ze moeten leven. En dan verwachten we dat zij die aanbevelingen overnemen. Maar als Moerwijkers dat in het Statenkwartier zouden doen, hoeveel adviezen worden dan opgevolgd, denk je?”
Nul.
“Dus waarom denken we dan dat het omgekeerd wel zo is? De gemeente zou meer ruimte moeten geven aan kleine organisaties in de wijk zelf. Iemand als Bilal Sahin van het Vadercentrum Adam in Laak zit er al twintig jaar, die kent de bewoners en hun problemen op zijn duimpje. Door de jaren heen heb ik gezien dat kleinschalige initiatieven het meest bereiken. Hoe groter en institutioneler organisaties worden, hoe dichter ze tegen de zittende macht aan schurken. De relatie met de subsidieverstrekker wordt dan bijna belangrijker dan die met de doelgroep.”
Welvarend Nederland denkt te weten wat goed is voor de kwetsbare medeburger en aarzelt niet om hem dat onder de neus te wrijven. Het getuigt van een gebrek aan zelfreflectie, stelt ’S Jongers. “Als ik in een zaaltje met hoogopgeleiden vraag wie zelfredzaam is, steken de meeste mensen hun vinger op. Ten onrechte. Ik heb een adviseur voor mijn belastingaangifte, als ik een woning zoek kan ik een makelaar inschakelen, bij een juridische kwestie een advocaat. Wij zijn helemaal niet zelfredzaam, maar we kunnen het wel afkopen.”
Heeft de gemeente ook last van blinde vlekken?
“Laat ik benadrukken dat de dienst sociale zaken heel creatief is, ondanks het web van wetten en regels waarin men vastzit. Denk aan succesvolle initiatieven als het Jongeren Perspectief Fonds en het Sociaal Hospitaal. Maar ook in Den Haag bestaat verschil tussen de leefwereld en de systeemwereld. In Moerwijk, bijvoorbeeld, zijn de bewoners al die deelonderzoeken en beleidsmakers inmiddels helemaal beu. Zo ontstaat er onverschilligheid of, erger nog, een anti-institutioneel sentiment.”
Bij de gemeenteraadsverkiezingen was de opkomst slechts 43 procent. In een kwetsbare wijk als Laak kwam zelfs maar 23 procent naar de stembus. Is dit het gevolg van dat sentiment?
“Laatst was ik op een bijeenkomst van een bewonersorganisatie bij mij in de buurt. Tweehonderd boze mensen. De rode draad was dat ze voelen dat de overheid geen tijd voor hen heeft. De handhaving is onderbemand, de wijkagent is te druk, de huisvuildienst kan het niet aan. Alleen in verkiezingstijd doen ze ertoe, is hun gevoel. In deze wijk (Rustenburg-Oostbroek, red.) is de organisatiekracht minder dan boven de Laan van Meerdervoort. Daarom komt zoiets als een daklozenopvang stelselmatig in het zuiden van de stad terecht, waar de problemen al groot zijn.”
“In het publieke debat gaat het nu veel over ‘afgehaakt’ Nederland. De vraag die dan wordt gesteld is hoe we deze mensen weer aangehaakt krijgen. Moeten we dat niet omdraaien? Hoe komen wíj dichter bij afgehaakt Nederland?”
De redactie biedt u dit verhaal uit Den Haag Centraal gratis aan. Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop de krant bij onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement. U ontvangt de krant 10 weken voor slechts 10 euro.